Column: spring maar achterop bij mij
6 mrt 2023
Kaspar is naast de penningmeester van UBC, ook onze fietshistoricus. Regelmatig komt vult hij ons in over de achtergrond en oorspong van fietsgerealteerde zaken. Dingen die wij compleet logisch vinden.
Ik werd onlangs geïnterviewd door de VPRO over de eigenaardigheden van onze Nederlandse fietscultuur. Marten Minkema wilde weten welk soort fietsen in Nederland waren uitgevonden. Mijn antwoord was: geen. Wij zijn in mijn ogen op tweewielergebied eerder slimme gebruikers dan slimme makers. Handige accessoires zoals een standaard, een fietsslot, die kwamen het eerst in zwang in Nederland. Zo ook de bagagedrager. Ik heb er geen diepgravende studie naar verricht, maar ergens tussen 1910 en 1925 werd de bagagedrager gemeengoed. En onlosmakelijk onderdeel van onze fietscultuur. En niet uitsluitend om bagage te dragen. Met zijn tweeën op de fiets - buiten Nederland ondenkbaar en vaak zelfs verboden - was en is hier heel gewoon. Wie heeft er geen goede - ronduit romantische - herinneringen aan achterop bij je vriend/met je vriendin achterop? Verplicht goed vasthouden toch? Op deze bagagedrager zaten ook twee klassiekers uit de Nederpop. In 1952 zong Eddy Christiani zong het altijdgroene ‘’mijn achterband is wel wat zacht, maar ‘t geeft niet lieve pop’’. Gers Pardoel had met Sef een megahit in 2011 met Bagagedrager: ‘’spring maar achterop bij mij, achter op mijn fiets. En ik weet nog niet waar we naartoe gaan samen, maar dat boeit me ook helemaal niets’’. Sef rapt verderop ‘’Ik heb een plekje vrij op mijn Gazelle, we kunnen fietsen, flesje wijn bestellen’’. Nederlandse fietsCultuur met een grote C!
Dat verdient toch zeker een plek in het Fietsers Museum Utrecht, vinden jullie ook niet?